-
1 administer
v. beheren; toedienen; geven (geneesmiddel)[ ədminnistə]3 toedienen ⇒ uitreiken, verlenen♦voorbeelden:1 administer an estate • een nalatenschap/bezit beherenadminister a punishment to someone • iemand een straf opleggen〈 rooms-katholiek〉 administer the last sacraments to someone • iemand de laatste sacramenten toedienen -
2 administer a medicine to someone
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский